Over druk zijn en weer tot rust komen


Het was nogal stil de voorbije weken op mijn blog. De goesting was even weg, mijn gedachtenmolen had mij compleet in beslag genomen, ik was even van de kaart...

Het begon allemaal met een fikse keelontsteking bij mijn jongste dochter. Mijn dappere meid had de eerste griepstorm in haar klas overleefd, maar tegen dat tweede onweer was ze niet bestand. Vol overgave bemoederde ik haar en zorgde ik ervoor dat ze zich toch een beetje comfortabel voelde. Ondanks mijn verwarde haren en de wallen onder mijn ogen van het slaapgebrek, was ik (helaas) toch nog aantrekkelijk genoeg voor het virus... Je kent dat wel, je voelt je ziek, mottig, grieperig, maar het wil precies niet volledig doorkomen. Het ziekzijn bleef lekker lang in mijn lichaam sluieren en haalde mijn energiepeil volledig onderuit. En op dat punt ben ik heel koppig, zolang ik geen koorts heb en de besmetting voor mijn omgeving dus beperkt is, blijf ik dapper doorwerken om dan in het weekend compleet onderuit in de sofa te belanden.

En net toen ik me wat beter begon te voelen, kwam het nieuws dat een collega zelfmoord had gepleegd. De eerste uren was ik compleet van de kaart, vragen vulden mijn hoofd, ongeloof, verbijstering en verdriet staken de kop op. Maar we moesten dapper verder werken, praktische zaken moesten geregeld worden. Want als assistente rekent iedereen erop dat jij het hoofd koel blijft houden, aan alles denkt en verder kan blijven functioneren. De begrafenis was heel intens, maar het was een mooie dienst. Voor mij was het de eerste keer, sinds ik weet dat ik HSP ben, dat ik een begrafenis heb meegemaakt. Ik ben altijd gegeneerd op begrafenissen omdat ik nooit mijn tranen kan bedwingen, zelfs als ik de persoon niet zo goed ken. Ik focus steeds op iets anders om het verdriet niet toe te laten. Zo tel ik bijvoorbeeld het aantal rozen in een grafstuk of het aantal lichtpunten aan het plafond. Maar dan plots, besef ik weer waar ik zit en komen de tranen op. In het bijzijn van collega’s vind ik dat uitermate gĂȘnant, dus na de begrafenis ben ik snel naar huis vertrokken. Na de lange terugrit was ik compleet uitgeput en heb ik een half uurtje in de zetel geslapen om te bekomen. Verdriet en HSP-zijn, dat gaat niet goed samen...

En toen sloeg het piekeren weer toe, het nadenken over het leven, over mijn leven, over wat ik nog allemaal wil doen en bereiken, over wat ik allemaal goed doe maar vooral over wat ik verkeerd doe en nog wil veranderen/anders doen. Ik was weer opgeslorpt in mijn piekerspiraal en sliep ook slecht met veel onrustige dromen. Ik nam mijn toevlucht in de drukte en besloot om tijdens mijn weekje paasverlof te gaan schilderen. De inkom en traphal konden immers een proper laagje verf gebruiken. Ik stortte me volledig in het werk en probeerde op die manier aan de piekermolen te ontsnappen. Ik wisselde het schilderen af met het Monopoly spelen met mijn dochtertje. Ik ging een half dagje met haar shoppen en een lekker broodje eten. Ook mijn naaihobby bleef de hele week aan de kant liggen. Conclusie: een drukke vakantieweek, met veel te weinig quality time voor mijn dochter en veel te weinig rustmomenten voor mezelf... 

Ik weet het, ik had het niet zo mogen doen, maar het was weer eens sterker dan mezelf. Het was mijn uitweg om via de drukte aan mijn gedachten te kunnen ontsnappen. Maar de nette inkomhal en traphal zorgen ook wel weer voor een frisse aanblik. De grote lenteschoonmaak in mijn kleerkast en de opruimactie in de traphal brachten rust in mijn hoofd. De stress en de piekermolen zijn weer wat minder. De drukte heb ik weer onder controle. Ik kan me terug onderdompelen in mijn gewone werkritme. Mijn aandacht kan ik weer beter verdelen, de focus komt langzaam terug. 

En op zondagavond beloofde ik mezelf: I will never to this again or at least I will try to!